Er brandt een kaarsje op een zitplaats in deze zendo.
Eén van ons is overleden: Joost van Vlijmen.
Misschien niet een regelmatige bezoeker van onze bijeenkomsten,
wel een oudgediende.
Velen van ons kenden hem.
Plotseling is hij tijdens een verblijf in Spanje gestorven.
Meer weten we niet op dit moment.
Het drukt ons met de neus op de feiten:
leven en verschijnen worden gekenmerkt door onbestendigheid
en zijn onlosmakelijk verbonden met dood en verdwijnen.
Vergeet de laatste woorden van de Buddha niet:
“Zet je onophoudelijk, onverdeeld en toegewijd in voor bevrijding.
Alles in de wereld der verschijnselen, in beweging of niet in beweging,
is zonder uitzondering onderhevig aan verval en is vergankelijk.” [1]
Dogen komt in zijn geschriften geregeld terug op de noodzaak van de geest,
de intentie van ontwaken, wakker worden.
In het Oud-Indisch heet dat ‘bodhi-citta’,
in het Japans ‘bodai-shin’.
Er is geen zenbeoefening zonder het verlangen en de intentie om wakker te worden.
Ergens[2] stelt Dogen zelfs dat de geest van ontwaken, een wakkere geest,
juist de geest is die de onbestendigheid en het onophoudelijk ontstaan
en vergaan van de wereld erkent en doorziet.
Zazen is er bij uitstek om die geest van ontwaken ruimte te geven en te activeren.
Houd daarom tijdens zazen op met toevoegen van wat voor gedachten en gevoelens dan ook en zie de waarheid van wat is,
van wat verschijnt en verdwijnt,
telkens opnieuw.
En vergis je niet:
deze praktijk heeft de smaak van bevrijding,
ze kan je van alle mogelijke illusies bevrijden.
Van illusies over de werkelijkheid, over jezelf, over anderen.
“Zet je onophoudelijk, onverdeeld en toegewijd in voor bevrijding.
Alles in de wereld der verschijnselen, in beweging of niet in beweging,
is zonder uitzondering onderhevig aan verval en is vergankelijk.”
Goed uiteinde, goed begin.
Zazen!
Toespraak Zengroep Oshida, Nijmegen, 28 december 2019, Joseph Wijsmuller
Foto’s: Jürgen Budde
[1] Er worden verschillende ‘laatste woorden’ aan de Buddha toegeschreven. Deze versie stamt uit het zgn. Sutra van het Nagelaten Onderricht, de Yui Kyo Gyo, een Mahayana sutra die binnen de zentraditie hoog wordt gewaardeerd.
Dogen haalt deze woorden ook aan in zijn laatste geschrift, Shobogenzo Hachidainingaku (1253).
[2] Dogen, Gakudo Yojinshu (1234), eerste sectie.
Comentarios